Problemen met het plassen kunnen het dagelijkse leven onaangenaam beïnvloeden. Plasklachten kunnen voorkomen bij mannen en vrouwen.
Klachten die kunnen optreden zijn onder andere:
- ongewild urine verlies (urine incontinentie)
- veel aandrang tot plassen (urgeklachten)
Hierbij kan het plassen veranderd zijn. Zoals het niet goed op gang komen van de plas, verandering van plasstraal, langer uitplassen, niet goed uitplassen en/of nadruppelen.
Overleg bij plasklachten eerst met uw huisarts. Als er een probleem in het functioneren van de bekkenbodemspieren een rol kan spelen, kan bekkenfysiotherapie de klachten helpen verminderen of zelfs oplossen.
Klachten bij het plassen kunnen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld operaties in het onderbuikgebied, verkeerd toiletgedrag, stress, nervositeit, bevallingen, hormonale veranderingen, veelvuldig hoge druk in de buik en overgewicht.
Bij een normale vocht inname van 1,5-2 liter per dag, plast men gemiddeld tussen de 5-8 maal per dag en mogelijk 1 maal ’s nachts. Het is niet zo dat minder drinken tot vermindering van urineproductie leidt. Het lichaam moet gezuiverd worden en urineproductie gaat continu door.
Bij plasklachten is het daarom belangrijk om voldoende te blijven drinken.
Urine incontinentie
Urine incontinentie kan verschillende oorzaken hebben. Het urineverlies kan variëren van druppels, scheuten tot een plas.
Stress urine incontinentie is de meest voorkomende vorm van incontinentie. Dit is urineverlies veroorzaakt door bijvoorbeeld niezen, hoesten, lachen, tillen en/of houdingsveranderingen.
Urge incontinentie is urineverlies door plotselinge en/of hevige aandrang tot plassen.
Het samengaan van stress urine incontinentie en urge incontinentie wordt gemengde incontinentie genoemd.
Stress urine incontinentie
Door niezen, hoesten, lachen, tillen en/of houdingsveranderingen treedt verhoogde druk in de buik op, waardoor ook drukverhoging in de blaas optreedt.
Bij stress urine incontinentie verloopt de samenwerking tussen blaas en bekkenbodem niet goed, wat zich kan uiten in een zwakke (onderactieve) bekkenbodem of een gespannen (overactieve) bekkenbodem. De sluitspieren van de blaas zijn niet (voldoende) in staat de blaas goed afgesloten te houden.
Urgeklachten
Wanneer veel aandrang tot plassen wordt ervaren en vaak naar het toilet gegaan wordt, spreekt men van urgeklachten (urgency) en frequency.
Een kleine hoeveelheid urine in de blaas kan al forse aandrang geven. De aandrang kan plotseling maar hevig komen. Er kan sprake zijn van een overactieve blaas. Of dit zo is, kan door een urodynamisch onderzoek (bij een uroloog) vastgesteld worden.
Prikkeling van de blaas kan ook veroorzaakt worden door meerdere blaasontstekingen, blaasstenen of een lage urineweg obstructie. Ook spanningen kunnen van invloed zijn op het functioneren van de blaas.
Urge urine incontinentie
Dit is urineverlies veroorzaakt door hevige en/of plotselinge aandrang tot plassen, waardoor het toilet niet op tijd gehaald wordt. Dit kan worden verergert door bijvoorbeeld kou of contact met water (handen wassen, douchen).
Vaak gaat urge incontinentie gepaard met een verhoogde aandrang tot plassen overdag en ’s nachts. Veelal is er een gespannen bekkenbodem.
Behandeling
In de behandeling zal de aandacht vooral gericht zijn op verbetering van het functioneren van de bekkenbodem. Ook zal een beter inzicht in de klachten, bewustwording van toiletgedrag en inzicht in de functies van een bekkenbodem worden verkregen.
Er wordt gebruik gemaakt van invul- en vragenlijsten, zoals bijvoorbeeld een mictiedagboek (plasdagboek).
Plasadviezen ter voorkoming van plasklachten
In de praktijk blijkt het moeilijk om op de juiste manier te plassen.
Bij het plassen gaan vaak de volgende zaken verkeerd:
- persen tijdens het plassen
- verkeerd zitten
- boven het toilet hangen
- niet goed uitplassen
Er zijn een aantal adviezen te geven om ervoor te zorgen dat u op een juiste manier plast:
- Het duurt even voordat de blaas volledig leeg is. Daarom is het belangrijk om er een gewoonte van te maken om de tijd te nemen om te plassen.
- Zorg voor een goede toilethouding. Dit betekent rechtop en niet onderuitgezakt zitten, met het bekken voorover gekanteld en de schouders ontspannen. Op deze manier is de urinebuis recht, waardoor de urine er makkelijk uitloopt.
- De bekkenbodemspieren dienen ontspannen te zijn tijdens het plassen. De plasreflex begint namelijk met het ontspannen van de bekkenbodemspieren.
- Pers niet mee tijdens het plassen. Dit geeft onnodige druk op de plasbuis en kan het plassen bemoeilijken.
- Plas in één keer uit. Wanneer de straal onderbroken is kan de plasreflex gestopt worden en kan het zijn dat niet meer gevoeld wordt dat er nog vulling in de blaas is.
- Kantel na het plassen het bekken een paar keer voor en achter over. Soms komt er dan nog wat urine.
- Trek na het plassen de bekkenbodemspieren in om eventueel nadruppelen te voorkomen. Daarna kan de bekkenbodem weer ontspannen.
- Bij het gebruik van toiletpapier niet strijken maar deppen. Dit is namelijk beter voor het slijmvlies en zo kunnen schimmelinfecties en andere irritaties worden voorkomen.