Het aantal keren dat iemand naar het toilet gaat om te ontlasten varieert per persoon. De ene persoon gaat één of meerdere keren per dag, de andere enkele malen per week. Iedereen heeft hierin een eigen patroon.
- verstopping (obstipatie)
- ongewild verlies van ontlasting (fecale incontinentie)
Overleg bij ontlastingsklachten met de huisarts. Als er een probleem in het functioneren van de bekkenbodemspieren een rol kan spelen, kan bekkenfysiotherapie de klachten helpen verminderen of zelfs oplossen.
Het is belangrijk om voldoende te drinken, 1,5 – 2 liter per dag. Daarnaast is het belangrijk om voeding met voldoende vezels te eten, minimaal 25 – 30 gram per dag.
Klik hier voor een vezellijst ter voorkoming van ontlastingsklachten.
Obstipatie
Normaalgesproken wordt ontlasting in de dikke darm ingedikt tot aandrang wordt gevoeld om te gaan ontlasten.
Wanneer ontlasting te lang in de dikke darm blijft, wordt er vocht uit de ontlasting onttrokken. De ontlasting wordt harder en droger en is moeilijker kwijt te raken. Dit wordt obstipatie genoemd.
Obstipatie kan vele oorzaken hebben. Het is geen probleem als dit af en toe eens voorkomt, maar het is lastiger als dit regelmatig voorkomt. Veel mensen zullen gaan persen om de ontlasting kwijt te raken. Dit kan klachten geven, zoals anale fissuren (pijnlijke scheurtjes bij de anus) en/of aambeien
Fecale incontinentie
Ongewild verlies van ontlasting kan bestaan uit het ongewild verliezen van windjes, vegen ontlasting in de onderbroek of een grotere hoeveelheid ontlasting. Dit kan tot (grote) beperkingen in het sociale leven leiden.
Een oorzaak hiervan kan een minder goed functionerende sluitspier van de anus zijn, welke de endeldarm afgesloten dient te houden.
Incontinentie van ontlasting kan ook optreden bij obstipatie. Er kan dan langs de dikke ontlasting in de darm dunne ontlasting naar buiten lekken.
Behandeling van ontlastingsklachten
De sluitspier van de anus maakt onderdeel uit van de bekkenbodem en kan een rol spelen bij ontlastingsklachten.
De bekkenbodem kan te gespannen (overactief) of te zwak (onderactief) zijn. Daarnaast kan de bekkenbodem mogelijk verkeerd reageren (coördinatiestoornis).
Ook kan er een veranderd vullings- en/of aandrangsgevoel zijn ontstaan van de endeldarm.
In de behandeling worden adviezen gegeven met betrekking tot onder andere voedingsgewoonten, vochtinname, lichaamsbeweging en toiletgedrag.
Specifieke oefentherapie richt zich op bewustwording van de bekkenbodem en het functioneren hiervan.
Verder zal er aandacht worden besteed aan het verbeteren van de bekkenbodemfuncties, zoals kracht, coördinatie, ontspanning en uithoudingsvermogen.
Ook kan de mate van vulling en aandrang van de endeldarm worden getraind.
Ontlastingsadviezen Ter Voorkoming Van Ontlastingsklachten
In praktijk blijkt het lastig om op de juiste manier te ontlasten, bij voorkeur bij aandrang tot ontlasting naar het toilet gaan, en zeker in geval van een moeizame stoelgang.
- Het duurt even voordat de darm volledig leeg is. Daarom is het belangrijk om er een gewoonte van te maken om de tijd te nemen om te ontlasten.
- Zorg voor een goede toilethouding. Dit betekent zitten met de rug iets bol en met het bekken achterover gekanteld. De onderkleding goed naar beneden.
- De bekkenbodemspieren dienen ontspannen te zijn tijdens het ontlasten. Eventueel kan iets mee geperst worden, om de ontlasting op gang te brengen. Hierna weer ontspannen en de darm zichzelf laten legen.
- Pers op de juiste manier. Dat betekent met een bolle buik druk geven richting de anus en voelen dat de bekkenbodem opent. Tegelijkertijd wordt uit geademd, terwijl de buik bol wordt gehouden.
- Niet continu achter elkaar persen, maar het bekken achteroverkantelen, persen en uitblazen. Daarna weer even opstrekken (bekken vooroverkantelen) en doorademen. Vervolgens weer een bolle rug maken etc.
- Na het ontlasten de bekkenbodemspieren intrekken en de anus afvegen met toiletpapier. Probeer niet te hard te wrijven om irritatie van de huid te voorkomen. Indien de huid al geïrriteerd is, maak dan schoon met water en daarna droogdeppen of eventueel föhnen.
- Wanneer de ontlasting niet op gang komt, adem dan een aantal keer rustig in en uit door een buikademhaling of kantel het bekken een aantal keer voor- en achterover. Indien de ontlasting dan nog niet komt, dan is het aan te raden van het toilet af te gaan en ongeveer 10 minuten intensief te bewegen (wandelen, huishoudelijke taken). Ga vervolgens opnieuw naar het toilet om met bovengenoemde adviezen opnieuw proberen te ontlasten.
- De aandrang tot ontlasting is over het algemeen 15-20 minuten na de maaltijd het sterkst, maak hier gebruik van.